Het rooien van bloembollen

Het rooien van bloembollen

Veel mensen vragen me hoe ze na de bloei met de bollen moeten omgaan. Moeten ze worden gerooid of kun je ze laten zitten? De meeste kleinere speciale bolsoorten (sneeuwklokjes, krokus en akoniet) kun je gewoon in de grond laten zitten. Ze vermeerderen zich vaak vanzelf door nieuwe bollen of uit zaad. Maar hoe zit dat met tulpen of narcissen?

Tulpen

Helaas zal de tulp zich nooit sterk uitbreiden in de tuin. En dat geldt zowel voor langstelige tulpen als toch ook voor de botanische of specietulpen. Als je de levenscyclus van de tulp heeft bekeken weet je namelijk dat elke bloeiende bol zich aan het eind van het groeiseizoen verklistert: de oude bol splitst zich in een aantal kleinere bollen. Alleen de grootsten hiervan zullen het volgende seizoen zelf weer bloeien. Daarna verklisteren ook deze weer. Na een paar seizoenen vind je dus op de plaats van de oorspronkelijke bol alleen nog een groepje hele kleine bolletjes. Dit zijn de zogenoemde eenbladers. Deze geven alleen blad en de eerste vijf of meer jaren nog geen bloemen. Ook de vermeerdering via zaad is bij de tulp een kwestie van veel geduld. Als het de tulp lukt om zich uit te zaaien, dan duurt het namelijk circa zeven jaar of langer voordat de zaailing groot genoeg is om zelf te gaan bloeien.

Verwilderingstulpen

Toch zijn er wel verwilderingstulpen die je gewoon enkele jaren in de border kunt laten zitten. Er zijn namelijk enkele soorten die niet sterk verklisteren, maar al hun groeikracht in één nieuwe bol stoppen. Voorwaarde is dat de planten na de bloei nog ongeveer twee maanden voldoende licht, water en voeding krijgen. De oude bollen bouwen dan weer een krachtreserve op die groot genoeg is om het volgend jaar weer te bloeien.

Narcissen

Ook narcissen zullen zich niet sterk uitbreiden, maar je kunt ze wel prima op hun plek laten staan. Dat komt onder meer omdat de narcis jaarlijks niet zo veel nieuwe bollen vormt als de tulp. Bij de narcis groeien er geleidelijk wat nieuwe bollen naast de oude narcissenbol. Als het aantal en de maat van de bollen dat bij elkaar staat te groot wordt, gaan de planten met elkaar concurreren om licht en voedingsstoffen. Daardoor kan de bloei minder worden. In dat geval moet je de bollen 's zomers een keer opgraven, van elkaar losmaken en wat ruimer weer uitplanten. Dan kun je er weer een aantal seizoenen van genieten.

Rooien en bewaren van bloembollen

Als het blad van je bollenplanten begint af te sterven (het wordt dan geel of bruin) graaf je de bollen op. Als het blad nog wat groenig is, leg de planten dan eventueel nog een weekje op een droge luchtige plek (niet in de zon). Daarmee geef je de plant wat extra tijd om de voedingsstoffen uit het blad in de bol op te slaan. Daarna verwijder je het blad en sorteer je de bollen. Het is beter om beschadigde bollen weg te gooien, omdat ze tijdens de bewaring kunnen gaan rotten. Ze kunnen dan ook de andere gezonde bollen besmetten. Sorteer ze op grootte. Bij tulpen zullen alleen de grootste bollen het jaar erop weer bloeien. Vanaf 8 à 9 cm groot omtrek zullen ze wel weer bloeien. Van een kleinere bol is de bloem in verhouding ook klein. Vervolgens bewaar je de bollen droog en luchtig (in bijvoorbeeld een mandje, netje of jute zak) en niet te warm.
Tulpen kun je nadat de bodemtemperatuur is gedaald in oktober (zo'n 10 graden Celsius) op een andere plek weer planten. Overige bollen plant je vanaf eind september.

Natuurtuin